Onderzoek en phantasieVan der Hoek, 1838 - 331 strán (strany) |
Iné vydania - Zobraziť všetky
Časté výrazy a frázy
Aeschylus Amphiaraus antwoordde Apollo beschaving Chinesche schrift Comedie Croesus dacht Delphi Delphische Delphische Orakel denkbeelden dichter dien dikwijls dingen Doriers Dorische eener eenige eenvoudig eindelijk form gedachten geest geheel geleerde geloof genot gevoel gewigt gij hebt gij zult goed Grieken Grieksche groote hebt gij heid Heraclitus Herodotus Hesiodus hooger Horatius hunne ieder iets Ilias indien kunst laat ligchaam luim Maatschappij maken Martigny mensch misſchien moeijelijk moest natuur noodig omdat onderwerp onze oogenblik opstel Orakel oude Pausanias Peloponnesischen oorlog Pindarus pligt Plutarchus poëzij Quaestor redenaar regt riep Scaevola sche schijnt schoone schrijver slechts somtijds Sophocles spreekt spreken spreker stijl taal talent Tellus Thucydides toehoorders tusfchen verbeelding verhaal volk vraag vroeg waarheid waarom wanneer gij weet weinig welligt wetenschap wezen wier wilt gij woorden zaak zeggen zegt zei Melisfus zeide Acilius zeker zelf zelve ziel zien zijt zoudt gij zulk καὶ τὸ ор
Populárne pasáže
Strana 13 - MH ! u de vergelijking van de fraaije letteren met den kaleidoskoop aan te bevelen : denkt er eens over na. — Van de geschiedenis spreek ik niet eens. Een oostersch vorst (zijn naam doet niets tot de zaak : ook ken ik dien niet) die veel historie weten wilde, maar tegen den berg historische boeken opzag, zette al de geleerden van zijn rijk aan den arbeid, om uittreksels te maken. Toen zij gereed waren, vond hij hunne pandecten nog zóó dik, dat hij al weder inkorten liet, en daarna nog eens, ten...
Strana 55 - H! (want ik eindig) is, geloof ik, de gewigtigste en de nuttigste van allen. Ik heb hoog gezien, en ik heb laag gezien: ik heb genoten, en ik ben in verrukking geweest: ik heb geprezen en ik heb benijd; en ik was gereed mijn zegel te zetten op de spreuk: waar men het wel heeft, daar heeft men een vaderland. Maar ik ben teruggekomen, M.
Strana 294 - Prudens futuri temporis exitum Caliginosa nocte premit deus: Ridetque, si mortalis ultra Fas trepidat.
Strana 12 - Bezigheid, zegt men, is het onfeilbaar geneesmiddel der verveling : bezigheid van beroep of van liefhebberij. » Een geneesmiddel ? het is mij wel : maar onfeilbaar ! Ik heb niet noodig allerlei bezigheid op te noemen, en te beproeven hoe sterke middelen zij zijn. Ik herinner u slechts, dat men dikwijls van vervelend werk, vervelende bezigheid, vervelende ambten hoort spreken. Werk van liebhebberij, wanneer het den geest bezig houdt, is verterend of voortbrengend.
Strana 210 - ... of men stijl vindt in ieder eenlettergrepig woord, bv ja of neen, naar gelang dat het met geduld of met vuur uitgesproken wordt, zich in verteedering fluisterend uitrekt, of een vraag met een scherpen snaauw onderschept.
Strana 234 - ... wanneer men een nietigheid in een stijl van water verzuipt, 't geen groot is voorbijziet? Schrijf mij liever de historie in een schralen kronijkstijl: daar vind ik kern en kracht, als 't feit spreekt, deugd deugd, trouw trouw is, een treek een treek blijft; het oordeel, het wikken van goed en van kwaad aan den lezer verblijft. Is er in Hein Knap en zijn vlieg iets groots dat door, iets vreemds dat onder de lektuur den lezer meer trekt, treft, streelt, dan zoo de verhaler geschreven had : Hein...
Strana 10 - Wat doet ons reizen ? Wij willen zien, wat buiten den kring is, waarin wij ons gewoonlijk bewegen. Daarmede geven wij te kennen, dat die kring niet genoeg voor ons is : omdat hij niet genoeg voor ons is, zijn wij er niet mede te vreden : en omdat wij er niet mede te vreden zijn, vervelen wij er ons in. Valt mij nu niet in de rede, MH \ Het eerste punt staat door een redeneringsreeks vast : verveling te huis.
Strana 28 - MH! dat men gewoonlijk al te breed opgeeft van de taalkennis, die men al reizende opdoet: integendeel is er veel gelegenheid, om het goede te bederven, dat uw leermeester u te huis ingescherpt heeft. "Niets "is welluidender, zegt men, dan, het Duitsch in "den mond eener beschaafde vrouw.
Strana 236 - ... geen weelderigheid, die de tijd besnoeijen zal, maar een levensgevoel, voor oogenblikken slechts verhoogd door sterken dronk of magnetische handgrepen. Dat geeft geen gezonde kracht. — Verhalen kan hij eigenlijk niet. Het verhaal wordt in zijne handen een woelige vertooning van hetgeen hij zelf denkt of wil schijnen te mijmeren. Daarom schrijft hij aldus: „In Bohemen leefde een kind, en zijn naam was Hein Knap, en zoo de jeugd altijd de profetes der mannelijke toekomst was, dan moest die...
Strana xiii - En inderdaad, daar is voor mijn gemoed iets ondankbaars, iets onbescheidens in, in het bezit der groote aarde, nog datgene te vervolgen, wat buiten onze heerschappij ligt; eene nieuwsgierigheid, die wij dan ook gewoonlijk met walging, afschuw of ontzetting boeten. Of gevoeldet gij niet een akelig mengsel dezer drie gewaarwordingen, toen de oxygeen-mikroscoop u de verschrikkingen van een droppel water vertoonde en sidderen deed voor de afgrijselijke gedrochten die er zich in bewogen? Voor mij, het...