Obrázky na stránke
PDF
ePub

merk van den Teftateur, de bevorderingen van Godsdienft, d'aanmoediging van kunsten en weetenschappen, en 't nut van 't ́al-gemeen zouwden kunnen voortgezet, of ten volle bereikt worden.

Na het overlyden van den Heer TEYLER is d'uitvoe ring van deezen zynen laatsten wil, met allen yver, by de hand genomen, en heeft dit geluk gehad, dat niet alleen de Heeren, aan welken d'Overleeden 't bestuur over zyn ganfche nalaatenfchap heeft toevertrouwd, dien laft aanvaard, en aanstonds 200 met het bezorgen der noodige verbeteringen van't Huis, als met het aanbouwen van een ruim en groots MUSEUM, begonnen hebben, maar dat ook alle de Leden der beide COLLEGIEN, door den Teftateur benoemd, zich dit hebben laaten wel gevallen, zonder dat iemand zynen perfoon en arbeid aan de begeerte van denzelven heeft ontzegd, geenzins uit onbewustheid en onkunde der zwakheid van hunn' eigen' krachten en vermogen, om aan zulk een wyd en uitgebreid plan, als zy in deezen laatften wil vonden voorgefchreeven, naar vereisch van elk deel deszelven, te kunnen voldoen, maar, eensdeels uit herinnering der vriendfchap, welke zy, veele jaaren, hoewel d'een meer dan dander, met den Heer Overleeden, geduurende zyn leeven, hadden onderhouden; anderdeels, en wel voornaamendlyk, om voor te komen, dat d'uitvoering van deezen wil, welke 't gemeene beft ten oogmerke heeft, door hunne weigering, niet mogte verhinderd worden, en, als men zegt, in de geboorte blyven fleeken: hoopenden en verwachtenden, dat, wanneer zy aan't Publiek onderwerpen voorstelden der overweeging en beoefening van edele verftanden waardig, veele ge

leer

leerde en bekwaame mannen zouden worden uitgelokt om hunnen arbeid te befteeden aan verhandelingen, die met zulk eenen aanzienlyken eer - prys konden bekroond worden.

En 't is in die verwachting dat de beide COLLEGIEN zich geenzins bedroogen gevonden, of te leur gefteld gezien hebben, maar beiden integendeel 't genoegen gehad, van, aanstonds, op hunne eerfte voorstellen, voor den jaare 1779. uitgeschreeven, zoodaanige Verhandelingen in te krygen, welken zy den beloofden prys, zonder bedenken, hebben kunnen waardig keuren.

Althans, om ons alleen by dit TWEEDE COLLEGIE, zoo als wy moeten, te bepaalen, de Verhandeling, op 't voorstel, by 't zelve, omtrend 't einde des Jaars 1778, voor 't volgende jaar 1779, uitgeschreeven:

om alles, wat, tot nu toe, by de gedaane ontdekkingen, en genomen proeven, geleerd en ondervonden was omtrend de gephlogifteerde en gedephlogifteerde luchten; dat is alle die foorten van luchten, welken meerder of minder PHLOGISTON [vuur-ftof] dan de gewoone lucht in zich bevatten, in de geregeldste order voor te ftellen, op de duidelykste wyze te verklaaren, door nieuwe proefneemingen 't befte op te helderen, en hier uit de meefte nuttige gevolgen voor de zaamenleeving af te leiden,

op den behoorlyken tyd, in den voorleeden jaare 1780, ingekomen, onder de zin-spreuk:

[merged small][ocr errors][merged small]

is, in de Groote Vergadering, over de toewyzing van den prys gehouden, by alle de toen tegenwoordig geweest zynde, LEDEN, 200 van de DIRECTIE, als van de beide COLLEGIEN, eenpaariglyk, zonder verschil van ééne ftem, geoordeeld, in eene zeer juiste order geschikt, by uitstek wel geschreeven, en, in alle opzichten, aan 't oogmerk voldoende te zyn, en, buiten eenige bedenking, of twyfeling, te verdienen, dat aan deszelfs Schryver de gouden eer-penning wierd toegeweezen:

By het openen van 't gezegeld billiet, bleek, dat de Schryver dier Verhandeling was de Heer MARTINUS VAN MARUM, A. L. M. Medicinae & Philofophiae Doctor, Philos. & Mathes. Lector, Directeur van 't Naturalien Kabinet, en Lid van de Hollandfe Maatschappy der Weetenfchappen, binnen deeze Stad, en welke Heer, in dat zelve jaar, was geworden LID van dit TWEEDE COLLEGIE.

't Zal derhalven niet kunnen nabaaten eenige verwondering te verwekken, dat aan deezen Heer, welke zich nu bevond een LID van dit COLLEGIE, des niet tegensftaande, de prys heeft kunnen worden toegeweczen, daar volgens den laatften wil yan den Heere STICHTER, en d'eerfte

[ocr errors]

"

uitfchryvingen, op dien gegrond, het den LEDEN,' 200 wel van de DIRECTIE, als van de beide COLLEGIEN, niet is toegelaaten, naar deezen eer-prys te dingen. Dan hier omtrend zyn wy verplicht 't Al-gemeen te berichten, dat, onder de verfcheide beraadslaagingen, en beraamingen, over d'uitvoering van deezen laatften wil, tuffchen de Heeren van 't Bestuur en de Leden der twéé Collegien, beyoorens, met onderling overleg, en goedvinden gehouden, en beraamd, 't ook was in bedenking gekomen: hoe ligt't konde gebeuren, dat by iemand, die tot Lid wierd ver: „ kooren, over een' uitgeschreeven vraag iets konde onder„ nomen zyn te schryven voor zyne verkiezing, en dat de „ wet, door welke hy, als Lid belet wierd, naar den eeren„prys te dingen, zeer waarfchynlyk zouwde veroorzaaken, dat of de nieuw verkooren zyn begonnen werk niet zouwde „voort zetten, of wel, om die rede, de verkiezing op des„ zelfs perfoon gevallen, zouwde weigeren aan te neemen, "twelk beide even nadeelig voor deeze Stichting zyn. zouw, de"; en dat 'er toen, na veel overleg, doch met een algemeen goedvinden, om voor te komen alle nadeelige gevolgen, welken hier uit te voorzien waren, een' uitzondering is gemaakt ten behoeven van de zulken, die, tot Leden verkooren zynde, konden verklaaren, voor den dag van hunne verkiezing, over d'uitgefchreeven en loopende vraag, ondernomen te hebben iets te fchryven, met oogmerk om mede te dingen naar de verkryging van den beloofden eere - prys: mits zy, ten dage der beoordeeling, of afweezig, en buiten de Vergadering bleeven, of, op hunne beurt, verklaarden, over de te doene uitspraak niet te kunnen ftemmen Gelyk 200

[ocr errors]
[ocr errors]

de

de Heer VAN MARUM, noch in de Groote Vergadering, waarby die zaak is afgedaan, noch te vooren, in een eenige der Vergaderingen van het TWEEDE COLLEGIE, in welken hier over geraadpleegd is geworden, tegenwoordig geweeft is.

Dit alles zynde, 't welk wy, by d'uitgave van dit ons EERSTE STUK der waereld hadden te berichten, zullen wy deeze voor-rede eindigen, met hertelyken wenfch, dat de voorzeide Verhandeling in 't algemeen, (gelyk wy daaraan ook niet twyfelen,) aan alle kundigen zoo moge behaagen, als zy aan de Leden deezer Stichting een volkomen genoegen heeft gegeeven, en dat zỳ, aangezien voor 't geen zy in der daad is, naamendlyk voor een weezendlyk çieraad van dit nieuw opgericht gebouw, veele andere voornaame verstanden moge aanspooren om naarftiglyk mede te werken ter bereiking van 't goede oogmerk, tot welks bevordering de STICHTER zulke milde fchikkingen, by zynen laatsten wil, gemaakt, en zoo ryken fchat, by zyn overlyden, heeft nagelaaten.

NA

« PredošláPokračovať »